Tijdens mijn verblijf in een zomervakantie in het Spreulderbos bij het dorpje Drie raakte ik diep onder de indruk van de lengte van de omgewaaide beuken. Wanneer ik mij tussen die staande zuilen bevond waande ik me in een kathedraal. Van verschillende fragmenten heb ik ter plekke schetsen gemaakt.
Gaande weg raakte ik er van overtuigd dat niets de groei zo zou kunnen weergeven als een 1 op 1 tekening van zo’n gevallen reus. Helaas ontbrak me de tijd.
Als alternatief heb ik toen de lengte opgemeten met het touw dat hier getoond wordt, bijna 27,5 meter. Liggend in een gebouw is het de langgerekte getuige van de beuk die zich op dit moment in het bos bevindt.
Vlak naast de gevallen boom raapte ik het beukennootje op dat ongetwijfeld het formaat had waarmee de gevallen boom ooit begonnen is.
Voor mij zijn deze twee elementen een verwijzing naar de Bijbelse gelijkenis van het mosterdzaadje: niet de kwantiteit maar de potentiële groeikracht, daar draait het om!
November 2002
Groei
2,74 m
17 mm
27400 mm
Materiaal: nylontouw van
Lengte Beukennootje: Lengte gevallen boom: